Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Martinus johannes bouman

betekenis & definitie

broeder van de vorigen, * 29. 10. 1858 te 's-Hertogenbosch, ✝ 11. 5. 1901 te Gouda, die, evenals de meeste musici uit dat tijdperk, zijn opleiding ontvangen had van van Bree en Richard Hol. Is zijn loopbaan begonnen als organist in zijn geboortestad; in 1883 ging hij als zoodanig naar Utrecht tot hij in 1887 benoemd werd tot directeur van de muziekschool te Gouda.

Van de talrijke familie Bouman is hij als componist zeker het meest beteekenende lid geweest; zijn opera's De Tempeliers en Het Meilief van Gulpen, die in 1898 en in 1899 vertoond zijn, waren werken waaraan verdienste niet te ontzeggen viel. Van zijne andere werken noemen wij nog; Leo-cantate, Dramatische ouverture, een strijkkwartet, liederen, koren en pianostukken.

< >