(Portret plaat 53), * 1. 10. 1882 te 's-Gravenhage, ✝ 15. 6. 1930 aldaar, bezocht het Kon. Conservatorium te 's-Gravenhage, waar hij een einddiploma voor solo-piano-spel en den Nicolaïprijs voor compositie behaalde.
Hij voleindigde zijn studiën in het buitenland, n.1. te Berlijn (o.a. bij Prof. Dr. F. Busoni) en te Parijs. Sindsdien werkte hij zelfstandig en is hij zoowel in Nederland als in het buitenland met groot succes als pianist en componist opgetreden. Ook heeft hij aan verschillende muziekscholen in Nederland zijn paedagogische krachten gegeven. Van zijn werken noemen wij: een Concert-Ouverture op. 4, een kleine Suite voor orkest op. 8 (bekroond te Malmö, Zweden), een symphonisch gedicht „Ad Lumen" op. 10, composities voor viool, piano, een strijkkwartet, kinderliedjes, een piano-concert met orkestbegleiding (op. 20), en verscheidene liederen.