Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Ludwig felix brandts buys

betekenis & definitie

(Portret plaat 82), zoon van Cornelis Alyander, * 20. 11. 1847 te Deventer, ✝ 29. 6. 1917 te Velp, kreeg zijn opleiding van zijn vader en zijn broeder Marius A., is als componist van mannenkoren een van de eerste meesters van zijn tijd. Na eerst te Deventer en Zutfen werkzaam te zijn geweest werd hij in 1874 aangesteld tot dirigent van de toenmaals beroemde vereeniging ,,Rotte's Mannenkoor" en tot organist aan de Waalsche kerk, welk ambt hij bijkans dertig jaar vervuld heeft.

Ook als leeraar aan de muziekschool van Toonkunst te Rotterdam is hij werkzaam geweest. In 1907 legde hij zijn betrekkingen neer om zich te Velp te vestigen. Op het gebied van het mannenkoor heeft Buys, zooals wij reeds aanstipten, meesterlijke stukken gecomponeerd, die tot dusverre in ons land nog niet overtroffen zijn; wij denken aan de Psalmen Deus nostra Spes en Deus nostra Lux, aan Pro Jure et Libertate, aan het geweldige Zegepraal op den tekst van Gezelle, aan Een stem in Rama, aan Droeve tijden en aan een van de intiemste mannenkoren van de geheele literatuur Avondrood, tekst van Guido Gezelle, een stuk dat Buys' naam nog zeker lang in eere houden zal. Bovendien componeerde Br. B. nog vele zeer verdienstelijke liederen, o.a. het bekende Mijne Moedertaal, voorts noemen we Zingzang op. 7 (met zijn broer Marius geschreven), Kinderleven op. 15, 't Klooster op. 11, en Nu hebbic U al gegeven. Door de goede zorgen van het Zangersverbond is onlangs op het graf van Buys te Rozendaal een gedenkteeken geplaatst.

< >