* 7. 1. 1885 te Gnesen, studeerde ie Breslau en Berlijn. (Rob. Kahn en Max Bruch), promoveerde 1910 tot Dr. phil., werd 1920 dirigent van een operette gezelschap in Polen, was vervolgens onderdirecteur der Staatsmuziekschool te Posen, is sinds 1922 buitengew. hoogleeraar in de muziekgeschiedenis aldaar.
Componist van de opera Thamar, de operette Tabu, orkestwerken, liederen (o.a. 60 Arbeitslieder), enz. Schreef ook een studie over de oratoria van J. Hasse, enz.