* 13. 11. 1882 te Haarlem, zoon van W. R.
Sr., organist. Leerling van zijn vader en het cons. te Amsterdam, waar hij 1904 den prijs van uitnemendheid behaalde. Was achtereenvolgens organist te Haarlem, Zaandam en Amsterdam, 1913 stadsorganist van het groote Orgel in de St. Bavokerk te Haarlem. In 1914 dirigent van „Toonkunst" te Haarlem, tevens van enkele mannenkoren en het gemengde koor „Sursum Corda" te Leiden. Tot 1921 tevens organist van het Concertgebouw. In 1922 ging hij naar Amerika. Is thans te New-York gevestigd als organist en koordirecteur van de Holy Trinity Church, hoofdleeraar voor orgel aan het Peabody Institute te Baltimore, dirigent van het gemengde koor „The summit choral club."