* 26. 2. 1882 te 's-Gravenhage, leerling van het Kon. Conservatorium aldaar, Prof.
Ot. Sevcik en Carl Flesch. Concertteerde in binnen- en buitenland, was als orkestlid werkzaam in Nederland (Res. Orkest), Frankrijk en Rusland. Als muziekverslaggever was hij verbonden aan „De Avondpost" (1907). „De Nijmeegsche Courant” (1910—15), „Het Handelsblad" (1915—19). Van 1919 tot 1928 was hij muziekredacteur van „De Nieuwe Courant" en schreef voor dit blad een driehonderdtal feuilletons over muziek; nog was hij verbonden aan het Amerikaansche muziekweekblad „Musical Courier”. In vele muziektijdschriften verschenen bijdragen over muziek van zijn hand. Hij schreef verder: Ludwig van Beethoven (tweede druk '29), en vertaalde in het Nederlandsch „Die Kunst des Violinspiels”, het standaardwerk van Carl Flesch. In 1930 werd C. tot muziekredacteur van de Arnhemsche Crt. benoemd.