* 25. 11. 1810 te Brunswijk, ✝ April 1887 te Asnières. Was reeds op zijn 15de jaar koorrepetitor aan de opera te Straatsburg, op zijn 17de jaar eerste schouwburgdirigent te Luik, waar hij tevens de concerten van het cons. en de Concerts Grétry leidde.
Werd 1830 kapelmeester van den schouwburg te 's-Gravenhage, waar hij 1832 zijn opera Guillaume de Nassau liet opvoeren. Ging naar Parijs om bij Reicha les in contrapunt te nemen. Ziende, dat hij daar geen carrière kon maken werd hij kapelmeester te Gent, Rouaan en Marseille, zong tijdelijk als bariton aan de opera te Bordeaux, waar hij in 1843 eerste dirigent werd aan het Grand Théâtre. Als zoodanig heeft hij verdienstelijk werk verricht.