* 2. 2. 1840 te Nantes, ✝ 4. 7. 1910 te Parijs, componist en musicoloog. Was aanvankelijk jurist, werd daarna leerling van A.
Thomas aan het conservatoire te Parijs, behaalde in 1862 den Prix de Rome, ondernam in 1874 een reis naar Oost-Azië, werd in 1878 professor in de muziekgeschiedenis aan het Conservatoire te Parijs. Componist van ettelijke opera's, o.a. Thamara, het oratorium Jeanne la Patrie, cantates, een Stabat Mater, een aantal orkestwerken als Le carnaval d'Athènes, Rhapsodie Cambodgienne, Symphonie réligieuse (vijfstemmig a cappellazang), pianowerken. Schreef een studie over Grieksche kerkmuziek en een biografie van Schubert.