* ongev. 1550 in het Etschtal, ✝ 9. 9. 1606 te Stuttgart, componist. Was o.a. 1584 kapelmeester van graaf Eitel Friedrich v.
Hohenzollern in Hechingen, later te Stuttgart, 1595 hofkapelmeester aldaar. Werd reeds tijdens zijn leven als rijkbegaafd componist gewaardeerd. Schreef Duitsche liederen, villanellen, madrigalen, boetpsalmen (1587), werkte de „Tricinien" van Jacob Regnart (op poëzie van Ronsard), vijfstemmig om, is de componist van een uit 1594 dagteekenende motetten-passiemuziek, enz. Dit laatste is 1926 door het Barenreiterverlag herdrukt. Bij dezelfde firma is ook ander werk van L. verschenen. Commer herdrukte motetten van hem, K. Ameln zijn vierstemmige zetting van Hohelied Salomonis en Deutsche Spriiche von Lehen und Tod.