(Portret plaat 11), * 21. 2. 1836 te St. Germain du Val, ✝ 16. 1. 1891 te Parijs, componist.
Leerling van het Parijsche conservatoire, in 't bijzonder van Bazin, Le Couppey, Adam en Benoist, begon hij zijn carrière als accompagnateur bij 't Théâtre Lyrique en kerkorganist. Met zijn operettes: Deux sous de charbon, Maître Griffard en Le jardinier el son seigneur, maakte hij naam, en de Grand Opéra aanvaardde van hem, die intusschen 2de koordirecteur der instelling was geworden, het ballet La Source, in 1870 het ballet Coppélia en het succes daarvan was zeer groot. Niet minder was dit het geval met het in 1876 ten tooneele gebrachte ballet Sylvia. Intusschen had de Opéra comique Le roi Ta dit zijn naam voor goed gevestigd en Jean de Nivelle maar vooral Lakmé hebben zijn reputatie nog verhoogd. Zijn onvoltooid gebleven opera Kassya heeft Massenet voltooid, waarna ze in 1893 met niet meer dan een succès d’estime is opgevoerd. Van Delibes' overige werken vermelden we slechts zijn melodieuse Romances. Delibes volgde in 1881 Reber op als leeraar in de compositie aan het Conservatoire en werd in 1884 lid der Académie. Zie verder: H. de Curzon, L. D. (Paris 1927).