* 6. 3. 1897 te Port Kunda (Estland), uit Deensche ouders, componist. Studeerde te Kopenhagen bij Otto Mailing en Peder Gram, te Parijs bij Alb.
Roussel en Paul Ie Flem. Is gepromoveerd tot doctor in de staatswetenschappen, doch is te Kopenhagen gevestigd als componist en schrijver over muziek. In 1925 viel hem de Wilh. Hansen-prijs voor compositie ten deel. Componist van liederen, mannenkoren, Quatre épigrammes voor piano, sonate voor viool en piano, vier strijkkwartetten en andere kamermuziekwerken, ook voor blaasinstumenten, Dionysische Suite voor kamerorkest, twee symphonieën, ouvertures, orkestvariaties op een thema van Mezangeau, Poème mécanique: Jabiru TDOXC (1926), drie stukjes voor marionettenspel, kinderliederen, burlesk ballet Benzin.