Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Karl hoyer

betekenis & definitie

* 9. 1. 1891 te Weiszenfels a. S., organist en componist.

Leerling van Reger, Straubé, Pembaur en Krehl aan het Leipz. Conserv. Was organist te Reval en te Chemnitz, en is sedert 1926 organist en leeraar v. orgel en theorie a.h. conserv. te Leipzig. Schreef voornamelijk orgelwerken, koorwerken en liederen.

< >