* 20. 3. 1883 te Dohna, organist en componist, leerling van Max Reger, heeft het organistambt bekleed o.a. te Berlijn, Leipzig en München, tenslotte te Chemnitz. In 1910 dirigent te Osnabrück geworden, richtte hij er 1919 het stedelijk conservatorium op, werd in hetzelfde jaar universiteitsmuziekdirecteur te Tübingen, waar hij 1923 tot professor werd benoemd.
Componist van orkestwerken, in het bijzonder echter van piano- en orgelwerken, die den leerling van Reger verraden. In 1921 verscheen van zijn hand een monografie over zijn leermeester, in 1925 gaf hij een korte biografie van Bach, in 1925 verscheen van zijn hand een studie over den muzikalen stijl.