* 5. 12. 1831 te Iserlohn, ✝ 15. 12. 1885 te Heidelberg, muziekgeleerde, leerling van Dehn. Vestigde zich 1860 als privaatdocent te Heidelberg, werd 1865 buiteng. hoogleeraar te München, leefde 1868—1872 als ambteloos burger te Badenweiler, werd 1873 weder privaatdocent te Heidelberg en 1880 professor.
Gaf de volgende werken in het licht: Beethoven (1864—1877, 3 dln.), Briefe Beethovens (1865), Briefe Mozarts (1865) Musikalisches Skizzenbuch (1866), Neue Briefe Beethovens (1867), Gluck und Wagner (1870). Musikerbriefe (1867), Mozart (1863, 2e druk 1877), Beethoven nach den Schilderungen seiner Zeitgenossen (1877), Mozart nach den Schilderungen seiner Zeitgenossen (1880), All gern. Musikgeschichte (1919: tweede druk door Chop), Das moderne Musikdrama. (1884), Die geschichtliche Entwickelung der Kammermusik (1885), enz.