* 13. 12. 1841 te Stuttgart,✝ 13. 10. 1909 te Constanz, oudste zoon van Fr. R., violist en dirigent.
Studeerde bij Halévy en Alard te Parijs, waar hij dirigent was van de Duitsche liedertafel. Was orkestviolist in onderscheiden orkesten, daarna kapelmeester te Riga, Leipzig, Berlijn, Bremen, ten slotte bij den schouwburg van Kroll te Berlijn, trok zich 1899 uit het kunstleven terug. Componist van liederen, koren en muziek bij Björnsons Hulda.