* 24. 9. 1859 te Leipzig, broeder van P. Klengel, violoncellist, studeerde te Leipzig (Hegar en Jadassohn), was 1886—1925 solocellist van het Gewandhausorkest en leeraar aan het cons. te Leipzig.
Heeft tal van leerlingen opgeleid. Componeerde voor zijn instrument o.a. drie concerten, Hymnus v. 12 celli, 2 strijkkwartetten, suites, sonates, studiewerken.