Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Josquin des prés

betekenis & definitie

(ook wel aangeduid als Jodocus Pratensis, Josquineuss, J. del Prato enz.), * omst. 1455 in Henegouwen, ✝ 27. 8. 1521 te Condé als proost van het domkapittel, de grootste onder de Nederlandsche contrapuntisten uit het begin der 16de eeuw, leerling van Okeghem. Was o.m. 1484—1494 zanger in de pauselijke kapel te Rome, daarna te Kamerijk, Modena, Parijs, Ferrara, ten slotte te Condé.

Van hem kent men o.a. drie deelen missen, zeer veel motetten, een reeks van chansons, en nog lang na zijn dood zijn werken van hem in het licüt gegeven. Palestrina heeft hem echter verdrongen. De Ned. Ver. voor Muziekgeschiedenis heeft in 1921 besloten tot een uitgave van zijn werken en deze toevertrouwd aan Dr. A. Smijers. Daarvan zijn tot nog toe verschenen een deel motetten, een deel wereldlijke composities en een bundel missen.

< >