Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Joseph de klerk

betekenis & definitie

* 8. 1. 1885 te Merxem (Antwerpen) uit Nederlandsche ouders. Studeerde aan het Kon.

Vlaamsche Cons. te Antwerpen (Theoph. Anthonie, fluit, Henri Fontaine en Ernst van Dijk, zang), terwijl H. Zöllner zijn leermeester was voor contrapunt en compositie. Werken: de komische opera Baas Gansendonck (VI. opera. Antwerpen 1919), een mysteriespel, tooneelmuziek bij werken van Sorge, A. v. d. Velde, Henri Ghéon, a cappella-koren, cantates, liederen met piano en met orkest, een mis en andere kerkmuziek. Vestigde zich 1919 te Haarlem, is daar leeraar aan de muziekschool van „Toonkunst", dirigent en muziekrecensent van de „Opr. Haarl. Crt.". Treedt ook op als liederen oratoriumzanger (bariton).

< >