* 8. 1. 1808 te Brunswijk, ✝ 8. 8. 1886 te Berlijn, was aanvankelijk philosoof, promoveerde tot Dr. phil. wijdde
zich daarna aan de muziek. Werd o.a. 1830 kapelmeester te Regensburg, was daarna cellist en harpspeler aan de hofkapel te Brunswijk. Heeft veel arrangementen voor piano of cel, muziek bij Schillers Räuber en liederen gecomponeerd, gaf 1875 een Musikalische Akkordenlehre in het licht. Schreef ook een geschiedenis van de Brunswijksche hofkapel.