Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

John jenkins

betekenis & definitie

* 1592 te Maidstone, ✝ 27. 10. 1678 te Kimberley (Norfolk), luit- en violavirtuoos, kon. kamermusicus, een der vruchtbaarste Engelsche componisten van instrumentale muziek, van wiens werk, sonates „fancies” „rants" enz., veel behouden is gebleven, het meeste in manuscript; slechts enkele zijn in verzamelwerken gedrukt.

< >