(Portret plaat 43), * 1563 in Sommersetshire, ✝ 12. 3. 1628 te Antwerpen, componist, organist en virginalist, leerling van William Blitheman, een der meest geëerde Engelsche componisten uit den tijd der Tudors. Na organist van de kathedraal te Hereford geweest te zijn, werd hij in 1585 opgenomen in de Chapel Royal.
In 1586 wordt hij te Oxford bevorderd tot baccalaureus in de muziek, waarna in 1592 zijn promotie tot doctor musicae te Cambridge volgde. In 1596 wordt dr. Buil lector in de muziek te Gresham, waarbij hem dispensatie verleend wordt van de verplichting om in het Latijn college te geven. Allerlei onderscheidingen vielen hem ten deel (koning Jacob I bleef hem handhaven als lid van de koninklijke kapel, hoewel hij Katholiek was), doch dit verhinderde Buil niet in 1613 naar het vasteland over te steken en in dienst van den aartshertog te treden. Vier jaar later werd hij organist van de Antwerpsche kathedraal, als opvolger van Rumold Waelrent en overleed in die positie 12 Maart 1628. Van zijn composities is veel tot ons gekomen door bewaard gebleven virginaal-verzamelingen, doch tal van composities van zijn hand vindt men in handschriften! o.a. in het Fitzwilliam-virginalbook). Van het Engelsche volkslied is John Buil de componist niet.