* 16. 11. 1892 te Bonn, violist. Zijn vader was een Duitscher, zijn moeder een Limburgsche.
Hij ontving zijn opleiding aan het conservatorium te Luik, behaalde er verschillende onderscheidingen en was gedurende 4 jaren als repetitor voor viool aan deze instelling verbonden. Daarna studeerde hij nog verder bij Ysaye te Brussel, André Spoor in den Haag en Bram Eldering te Keulen. Twee jaren was hij le violist bij het Residentie-orkest, 1922 werd hij benoemd tot hoofdleeraar v. viool a. h. Sted. Muzieklyceum, concertmeester en 2e dir. v. h. Sted. orkest te Maastricht. In hetzelfde jaar liet hij zich naturaliseeren. In 1926 bij het vertrek van Francis Koene werd O. uit 16 candidaten tot concertmeester van het Utrechtsch Orkest aangesteld. Te Utrecht heeft hij o.a. het vioolconcert van Castelnuove Tedesco geïntroduceerd.