Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Johann, philipp (von) krieger

betekenis & definitie

* 25. 2. 1649 te Neurenberg, ✝ 7. 2. 1725 te Weissenfels, een der krachtigste figuren uit den tijd vóór Bach, was eerst leerling van Drechsel en G, Schütz te Neurenberg, vervolgens van Joh. Schröder en C.

Förster te Kopenhagen, Rosenmüller en Rovetta Venetië, ten slotte van Abbatini en Pasquini te Rome, waar hij Carissimi leerde kennen. Ook Schmeltzer en Kerll kruisten te Weenen zijn levenspad. Keizer Leopold I verhief hem in den adelstand, van 1677 tot 1680 was hij hofkapelmeester te Halle, ten slotte te Weissenfels, waar hij tot zijn dood bleef en tal van opera's componeerde. Van die opera's, wellicht 50 in aantal, is er geen tot ons gekomen. Alleen kennen wij er aria's uit. Van zijn 2000 composities kerkelijke muziek is meer behouden gebleven; men vindt daarin den Italiaanschen dramatischen stijl gepaard aan de ernst en doorwrochtheid der Duitsche polyphonie. Ook als componist van instrumentale muziek is K. een man van beteekenis geweest. Het bekendste werk op dit gebied is zijn Lustige Feldmusik, in 1704 verschenen. Een suite hieruit is herdrukt in Scherings Perlen alter Kammermusik. Ook van zijn orgelwerken en kerkelijke gezangen is een en ander herdrukt (Bd. 53/54 der „Denkm. d. Tonkunst"),

< >