* 25. 9. 1646 te Augsburg, ✝ 1721 te Schwedt, violist, leerling o.a. van Lully te Parijs, was in het laatste deel zijns levens hofkapelmeester te Schwedt. Hij componeerde veel voor zijn instrument en het orkest.
Merkwaardig zijn zijne suites voor strijkinstrumenten met gewijzigde stemming en zijne programma-suites. In Beckmanns werk: Das Violinspiel (1920) is een sonate van hem herdrukt.