* 15. 8. 1736 te Gräfenroda, ✝ 1803 te Kassel, zoon van ondervolg,. organist, leerling van Benda, maakte een kunstreis door Duitschland en Nederland en vertoefde geruimen tijd te 's-Gravenhage en Amsterdam. Daarna werd hij organist aan de Kath. hofkerk te Kassei.
Hij componeerde o.a. 7 pianoconcerten, trio's, pianosonates, orgelstukken en fuga's alsmede een opera Die Schadenfreude. Ook schreef hij een Grundriss des Generalbasses, op. 16.