Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Johann andreas rudersdorff

betekenis & definitie

(ook wel J oseph gen.), * 1797 (?) te Amsterdam,✝ Maart 1866 te Königsbergen, violist. Trad reeds als 7-jarige knaap als violist op een Felix Meritisconcert op, maakte een kunstreis door Duitschland en stelde zich 1807 onder leiding van Hoffmann te Frankfort a. d.

M. Öp zijn zestiende jaar trad hij reeds op als dirigent van het orkest van Baron v. Münch en daarna werd hij kamermusicus v. d. koning van Württemberg te Stuttgart. Hier leerde hij Rode kennen, dien hij naar Parijs volgde en onder wiens leiding hij ruim een jaar studeerde. Hij ondernam daarop groote kunstreizen door Duitschland en Rusland, waar hij o.a. 5 jaren kapelmeester v. d. Vorst Bariatinsky was. Na den dood van den vorst vestigde R. zich als concertmeester te Hamburg. Van hier uit reisde hij drie malen naar Kopenhagen. Van 1834—1844 was hij directeur der Philharmonic Society te Dublin, ging 1851 naar Berlijn en was ten slotte concertmeester te Koningsbergen.

< >