Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Johan joseph david naret-koning

betekenis & definitie

* 25. 2. 1838 te Amsterdam, ✝ 28. 3. 1905 te Frankfort a/M., violist. Leerling van Bunten, begaf zich 1854 naar Leipzig ter voltooiing zijner studiën bij Ferd.

David. Werd concertmeester eerst te Mannheim, in 1871 te Frankfort a/M. Verwierf 1896 den titel van professor. Was lid van het Heermann-kwartet. Componeerde o.a. een mis met orkestbegeleiding, die te Amsterdam is uitgevoerd, en liederen.

< >