* omstr. 1730 te Haarlem, ✝ omstr. 1799 aldaar, organist, zoon van bovengen. Werd 1756 benoemd tot organist a.d.
Groote Kerk te Beverwijk en 1774 opvolger van zijn vader als organist a.d. Groote Kerk te Haarlem. Hij moet evenals zijn vader een bekwaam organist geweest zijn; zijn naam wordt herhaaldelijk genoemd voor het keuren van kerkorgels in andere steden, o.a. te Arnhem en Nijmegen.