* 10. 10. 1875 te Purmer (gem. Purmerend), ✝ 4. 2. 1931 te Leeuwarden, studeerde na voorbereidend muziekonderwijs a. h.
Amst. conserv. (Dan. de Lange — solfège en orkestspel, J. B. de Pauw — piano en orgel, Bern. Zweers — comp.). Na behaald einddiploma werkte hij nog verder bij Zweers en Dalcroze (rhythm. gymn.). Na eerst te Purmerend als organist en dir. werkzaam te zijn geweest werd hij 1915 benoemd als dir. v. h. Sted. Muziekcorps te Leeuwarden, welk harmoniecorps hij tot strijkorkest omvormde. Na zijn benoeming tot org. van de Gr. Kerk bedankte hij in 1920 als dir. v. h. orkest, wel bleef hij nog werkzaam als dir. v. d. zangver. Concordia, afd. M. t. B. d. T. en van het Volkszangkoor. Als tenorzanger en leider van volkszangavonden trad hij op in vele plaatsen alsook als organist in de Noord, provinciën. Verschillende zijner composities v. gem. koor a cappella en met orkestbeg. zijn uitgegeven en worden dikwijls uitgevoerd; ook componeerde hij vele liederen.