Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Jan nieland

betekenis & definitie

* 17. 8. 1903 te Amsterdam, organist en comp., studeerde a. h. conserv. aldaar (J. B. de Pauw — orgel en piano, Sem Dresden comp.) en voorts Gregoriaansch bij Dr.

C. Huigens. In 1922—'23 deed hij eindexamen voor piano en orgel, behaalde in 1924 den „Prix d'excellence" voor orgel en in 1925 deed hij het „solisten-examen" voor piano. Sedert 1924 is hij aangesteld als organist v. h. Concertgebouw te Amsterdam, welke functie hij nog vervult. Van zijn comp. noemen wij een Te Deum v. mannenkoor en orgel, een zestal missen in Greg. stijl, en verschillende andere kerkelijke muziekwerken, verder orkestwerken (o.a. Dans in 1925 door het Concertgebouw-ork. uitgevoerd), liederen en koorwerken a cappella en met ork. Een zijner laatste werken is een Sint Augustinus-oraforium v. soli, koor en ork. (1930).

< >