Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Jan de graan

betekenis & definitie

(Portret plaat 60), * 1852 te Amsterdam, ✝ 8. 1. 1874 te 's-Gravenhage, een vioolvirtuoos, die, naar ouden van dagen vertellen, geroepen scheen een wereldberoemdheid te worden, toen helaas de dood hem wegrukte. Reeds als kind van zes jaar was Jan de Graan op een concert opgetreden; zijn spel wekte toen algemeene verbazing.

Nadat hij lessen van Frans Coenen genoten had, stelde een kunstlievend Amsterdammer hem in staat bij Joachim verder te studeeren. In 1872 keerde hij naar Nederland terug; zijn carrière begon en beloofde groot te worden, toen de tering een eind maakte aan het veelbelovende leven. Zie verder J. Kneppelhout: Een beroemde knaap, ter herinnering aan Jan de Graan (1875).

< >