Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Jakob dont

betekenis & definitie

* 2. 3. 1815 te Weenen, ✝ 17. 11. 1888 aldaar, uitnemend vioolleeraar en componist, leerling v. h. conserv. te Weenen (Böhm en Hellmesberger Sr.) Werd 1831 lid v. h. Hofburgtheaterorkest en 1834 v. d. hofkapel.

Als vioolleeraar was D. werkzaam aan het Pädagogium te St. Anna en sedert 1873 a. h. conservatorium. Hij schreef een groot aantal werken voor zijn instrument, waarvan vooral de étuden (als bundel Gradus ad ParnassumJ een uitmuntende reputatie genieten.

< >