* 1812 te Amsterdam, ✝ te Parijs (?), violoncellist. Leerling o.a. van Merk te Weenen, trad met zijn broeder Joseph, violist, hier te lande zoowel als in den vreemde met succes op, verwierf van koning Willem II den titel van Hofvioloncellist, verbleef in het laatst van zijn leven afwisselend te Amsterdam en te Parijs.
Componeerde: Fantaisies enz. voor zijn instrument.