Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Jacobus johannes ruygrok

betekenis & definitie

* 20. 4. 1862 te Haarlem, organist en dir., ontving zijn eerste muziekonderricht van den stadskapelmeester Muller (viool) en van N. H.

Andriessen (piano en orgel). In 1879 was hij als leeraar v. kerkzang en orgel en dir. der zangver. Caecilia te Culemborg werkzaam en in 1883 als organist en dir. v. h. Purmerender mannenkoor te Purmerend, Hij zette nu zijn muziekstudiën voort bij Bern. Zweers (comp,), Henri Tibbe (piano) en Cateau Esser (zang) en werd 1889 tot organist der St. Walburgskerk te Arnhem benoemd en spoedig daarop tot dir. der St. Vincentius-concerten en van vele koorvereenigingen. In Januari 1930 is hij afgetreden als dirigent der St. Vincentiusconcerten, waarbij de instelling tevens werd opgeheven. Van zijn talrijke composities verschenen o.a. in druk vele liederen, koorwerken, Missa Teriia cum jubilo, piano- en orgelwerken.

< >