Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Isaäc mossel

betekenis & definitie

(Portret: plaat 63), * 22. 4. 1870 te Rotterdam ✝ 29. 12. 1923 te Amsterdam, bekend violoncellist. Heeft zich vooral als paedagoog grooten naam verworven.

In 1886 werd hij reeds solo-violoncellist van het Philharmonisch Orkest te Berlijn; van 1888 tot 1904 is hij solovioloncellist van het Amsterdamsche Concertgebouw-orkest geweest en hij trad in die dagen ook veel als solist op. Later is Mossel zich voornamelijk op de paedagogie gaan toeleggen; tal van thans bekende leerlingen heeft hij a'geleverd o a. Max Orobio de Castro, Hans Kindler, Cornelis van Vliet, Maurits Frank, Johan Ydo, Michel Penha, enz.

< >