Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Improvisatie

betekenis & definitie

Het spelen van een muziekstuk voor den vuist weg, zonder voorbereiding, ook zonder voorafgaande noteering, een gebruik, dat in vorige eeuwen door de musici, vooral door de grootere toondichters veel werd toegepast en dat sinds Beethoven sterk terugtrad. Vooral in den tijd der generaalbasmethode werd aan de fantasie der spelers veel vrijheid tot I. gelaten, hetgeen echter door de grootere complicatie en daardoor volledige noteering van het werk achterwege moest blijven.

In de vrije fantasie is het spelen door niets gebonden, in de I. kan vaak een gegeven thema (b.v. voor een fuga) tot grondslag dienen. Hierin was J. S. Bach een meester. Tusschen de I. en vrije fantasie staat dan nog het variëeren van een gegeven of bestaande melodie. I. is ook de naam van een muziekstuk. (Zie Impromptu.)

< >