* 7. 9. 1859 te Hamburg, studeerde aldaar aan het cons. van Bernuth (Gradener, Riemann, Armbrust, Bargheer en Degenhardt), is sedert te Wandsbek gevestigd, waar hij muziekverslaggever is van den „Wandsbeker Boten" en 1897—1925 zangleeraar aan het Matthias Claudius Gymnasium. Verkreeg 1913 den titel van Kgl.
Musikdirektor. Componist van liederen, twee symphonieën, ouvertures, een vioolconcert, kamermuziek, vier pianosonates, elf vioolsonates, drie violoncelsonates, drie fluitsonates, twee sonates voor alt, de opera's Frau Inge en Eulenspiegel, muziek bij drama’s.