Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Hugo leichtentritt

betekenis & definitie

* 1. 1. 1874 te Pieschen (Posen), musicoloog en comp. Vertrok als 15-jarige jongen naar Amerika en studeerde bij J.

K. Paine aan de Harvard-University te Cambridge (Boston), later aan de Berliner Hochschule. Promoveerde op een proefschrift over Reinh. Keiser tot Dr. phil. in 1901 te Berlijn. Hij is thans leeraar aan het Klindworth Scharwenka-Konservatorium. Schreef vele werken over muziek, o.a. levensbeschrijvingen van Chopin (1905), Ferruccio Busoni (1916), Handel (1924). Voor de Vereeniging voor Nederlandsche muziekgeschiedenis bezorgde hij een uitgave van Johan Schenck's Scherzi musicali (100 Gamba-stukken). Van zijn talrijke composities noemen wij: drie strijkkwartetten, een sonate voor alt, een vioolconcert en een symph. gedicht Hero und Leander op. 6, strijkquintet op. 7, pianoquintet op. 14, concert voor cello en orkest op. 23, Ein Sommertag op. 11, voor vrouwenkoor, sopraan en klein orkest, een dram. legende Esther (eigen gedicht) op. 19 en Der Sizilianer, blijspel met dans (vrij naar Molière) (1920).

< >