Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Henryk opiensky

betekenis & definitie

* 13. 1. 1870 te Krakau, leerling van Zelenski te Krakau, d’Indy te Parijs en Urban te Berlijn. Vestigde zich als dirigent en criticus te Warschau, studeerde 1904—'06 muziekgeschiedenis onder Riemann te Leipzig en het dirigeeren bij Nikisch, was 1908—1912 dirigent der opera te Warschau, 1919—1926 directeur van het openb. cons. te Posen, thans woonachtig te Morges (Zwitserl.) als dirigent van een zangvereeniging.

Was 1914 te Leipzig geprom. tot Dr. phil. op een studie over den Poolschen luitenist Valentin Greff. Van zijn composities vermelden wij zijn Mickiewiczs-cantate (te Milwaukee bij een prijsvraag bekroond), de opera's Maria (1924) en Jacob der Lautenspieler (1927), symphonische gedichten, waarvan Eine Königsliebe in 1912 te Warschau werd bekroond, liederen en vioolmuziek. Schreef La musique polonaise (1918), een Poolsch handboek der muziekgeschiedenis. een biografie van Moniuszko, idem van Paderewski (1928), studies over Chopin, enz.

< >