Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Hendrius johan wilhelm kleine

betekenis & definitie

(genaamd Hein), * 28. 7. 1785 te 's-Gravenhage, ✝ 23. 8. 1839 te Amsterdam, violist, zoon van Hendrik KI. Na het vertrek van den Prins naar Engeland, verhuisde de familie K. naar Amsterdam, waar Hein het eerste muziekonderricht kreeg van zijn vader en van zekeren Henneberg.

In 1807 liet hij zich met Mestrino op een concert in de Manege hooren en was daarna als violist in verschillende opera-orkesten werkzaam. Bij het eerste bezoek van Spohr aan ons land in 1817 noodigde deze hem uit een door hem gecomponeerde „concertante" voor twee violen voor te dragen. Later bezocht K. hem te Kassei en deed Spohr alle moeite zijn vriend bij zich te houden, maar K. keerde naar Amsterdam terug, waar hij als violist zeer gezien was (hij was eerelid van Felix Meritis). In 1816 begeleidde hij Catalani op een concert te Frankfort. Van 1814—1824 dirigeerde hij de concerten van het gezelschap Eruditio Musica. In zijn laatste levensjaren belette een zenuwlijden hem in het openbaar op te treden en hield hij zich uitsluitend met het geven van onderricht bezig.

< >