Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Hendrik beumer

betekenis & definitie

* 1831 te Leeuwarden, ✝ 7, violist. Leerling van het cons. te Brussel, waar hij den eersten prijs behaalde.

Later leeraar aan die instelling en soloviolist van den Muntschouwburg. Componist van vioolétudes, een ouverture, vier fantasieën voor orkest, enz.

< >