* 18. 12. 1870 te Weenen, muziekgeleerde. Studeerde aan de cons. te Weenen en Wiesbaden (clarinet).
Maakte 1891—1894 deel uit van een militair muziekkorps. Heeft zich sedert uitsluitend aan muziektheorie gewijd. Schreef: Tonschubleiter und der Dreiklangschliissel (1918), Leitlinien zu einer Vortragsreihe über Tonanalyse (1924) en hield lezingen over zijn theorieën.