Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Heinrich august marschner

betekenis & definitie

(Portret plaat 7), * 16. 8. 1795 te Zittau, ✝ 14. 12. 1861 te Hannover, operacomponist. Studeerde aanvankelijk rechten, doch wijdde zich spoedig aan de muziek onder Schicht, werd eerst muziekonderwijzer te Weenen, daarna (1817) te Pressburg, waar hij zijn eerste drie opera s componeerde.

In 1824 werd hij benoemd tot dirigent der opera te Dresden, 1827—1830 vertoefde hij te Leipzig en componeerde er o.a. Der Vampyr (1828), en Templer und Jüdin (1829), begaf zich vervolgens naar Hannover, waar hij o.a. zijn Hans Heiling componeerde. Hij was er tevens als orkestdirecteur werkzaam en zijn werkkring achtte hij er zoo aangenaam, dat hij tot zijn dood te Hannover is gebleven na 1859 als „Generalmusikdirektor” te zijn gepensionneerd. In 1831 had Leipzig hem tot eeredoctor benoemd. Hannover maakte hem tot eereburger. Behalve de genoemde opera's, componeerde Marschner nog een dozijn andere, die echter weinig succes hadden. Ook schreef hij mooie liederen en mannenkoren (o.a. het schoone Zigeunerleben), alsmede ongeveer 60 kamermuziekwerken die echter vrijwel vergeten zijn. Hans Heiling werd 24 Mei 1833 te Berlijn voor het eerst met buitengewoon succes opgevoerd. Ook thans nog behoort 't werk tot de gangbare opera's en zou men het als het ware als overgang tusschen Weber en Wagner in de Duitsche opera kunnen beschouwen. Men zie verder: G. M ü nz e r, H. M. (1901), Hans Gaart z, Die Opern H. M.’s (1912).

< >