* 8. 7. 1604 te Lobenstein, ✝ 6. 10. 1651 te Königsberg. Leerling van zijn neef Heinr.
Schütz te Dresden, daarna student in de rechten te Leipzig, 1626 organist te Königsberg. Met een Hollandsch gezantschap op reis naar Warschau werd hij door de Zweden gevangen genomen, doch keerde 1628 naar Königsberg terug. Schreef vele aria's en zangspelen. Is een der vaders van het eenstemmige lied, waarbij de melodie van de menschelijke stem gesteund wordt door instrumentale begeleiding, in den geest vaak van zijn Italiaanschen voorganger Caccini.