Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Hans koessler

betekenis & definitie

* 1, 1. 1853 te Waldeck, ✝ 23. 5. 1926 te Ansbach, studeerde te München, werd 1877 leeraar aan het cons. te Dresden, 1881 kapelmeester van het Keulsche Stadttheater, 1882 orgelleeraar aan de Hochschule te Boedapest, 1920—1925 directeur van een meesterklasse voor compositie aldaar. Componeerde koorwerken (Silvesterglocken), de opera Der Münzenfranz (1902), twee symphonieën, een vioolconcert, kamermuziek, kerkelijke werken (waarvan vooral een 16-st.

Psalm de aandacht trok) en liederen.

< >