Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Hans kindler

betekenis & definitie

(Portret plaat 63), * 8. 1,1892 te Rotterdam, cellist, leerling van Eberle, Bouman en I. Mossel voor violoncel, van Sikemeijer voor piano.

Trad reeds als knaap in het openbaar op, werd op 18-jarigen leeftijd leeraar aan het Scharwenka-cons. te Berlijn. Vertrok 1914 naar Amerika, waar hij gedurende 5 jaar solocellist was van het orkest van Stokowski. Sinds 1919 treedt hij uitsluitend als solist op; in de laatste jaren gevoelt hij zich bijzonder tot dirigeeren aangetrokken.

< >