* 14. 4. 1843 te Brussel,✝ 28. 6. 1910 te Schaerbeek, componist. Leerling van het cons. te Brussel, behaalde 1865 den prix de Rome, maakte studiereizen door Duitschland, Italië enz , werd 1874 directeur van het cons. te Bergen (H.), doch legde 1877 dit ambt neder.
In 1889 werd hij tot leeraar in de harmonie aan het cons. te Brussel benoemd, in 1893 tot directeur der muziekschool van St. Josse ten Noode, en Schaerbeek. Huberti was een volgeling van Benoit en een vereerder van Wagner. Componist van de oratoria Een laatste zonnestraal en Verlichting (1884), de cantates Willem van Oranje’s dood en Bloemardinne, twee kinderoratoria, ballades, een Sinfonie tunèbre (1880), een orkestsuite, het mannenkoor Maerlants zang, liederen, waarvan vele door het Willemsfonds in het licht zijn gegeven, enz. Zie verder L. Solvay, Notice sur G. H. (1919).