Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Gigue

betekenis & definitie

(Fr.), giga (Ital.) Een oude, zeer snelle dans in driedeelige maat van Engelscben oorsprong (Jig, Jigg). Reeds aan het eind der 16de eeuw komt de Gigue voor in virtfinaal-composities en werken voor de luit.

Van Engeland gaat de G. over naar het continent, waar Froberger in het midden der 17e eeuw deze toepast als slotstuk van de suite. Zij verkrijgt hier ook een fugato-vorm, die later door J. S. Bach tot fuga-achtige stukken wordt uitgebreid. In den bloeitijd staat de G. meest in 6/s maat met huppelend rhythme. De oorspronkelijke vorm bestond uit 2 achtmatige reprisen, die, zooals gezegd, later zeer werd uitgebreid. De tweede reprise begon dan meestal met een omkeering van het thema. — 2). Fransche spotnaam, uit de 13e eeuw, voor de viool, omdat haar vorm wel wat van een schapenbout (gigue, gigot) had. Het Duitsche „Geige" zou hier aan ontleend zijn.

< >