* 15. 11. 1866 te Billing Hall, ✝ 13. 1. 1921 bij een spoorwegongeluk bij Boston (V.S.), tenorzanger. Begon zijn loopbaan als diplomaat, doch legde zich intusschen op de muziek toe, waarbij hij o.a. te Londen zangonderricht genoot van Henry Russell en Victor Beigel.
Debuteerde in 1903 in Humperdincks Wallfahrt nach Kevlaer, maakte naam met Elgars Gerontius, waarvan hij de tenorpartij meer dan 150 maal vervulde. Ook als Evangelist in de Passiemuzieken van Bach en Brahmsvertolker stond hij in eere.