Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Gerhard von keuszier

betekenis & definitie

* 23. 6. 1874 te Schwanenburg (Lijfl.), was aanvankelijk bioloog te Dorpat. Ging 1900 naar Leipzig, waar hij leerling werd van het conserv. (Klengel, Reinecke, Jadassohn), later van de Universiteit (Wundt, Kretschmar, Riemann).

Promoveerde 1902 tot Dr. phil. met een studie Die Grenzen der Aesthetik. Trad 1904 als dirigent op, werd 1906 naar Praag beroepen, waar hij tot 1918 werkzaam was als koor- en concertdirigent en voordrachten over muziekgeschiedenis en aesthetiek hield. Trad 1918 te Hamburg op, waar hij Hausegger opvolgde als dirigent der Philh. Konzerte, legde wegens meeningsverschil met de autoriteiten in 1921 die betrekking weer neder en is sedert als gastdirigent werkzaam. Componeerde symphonieën, oratoria (Jesus aus Nazareth, Die Mutter, een Mariaoratorium en Zebaoth), muziekdrama’s op eigen tekst, waaronder Gefängnisse, dat in 1913 door de censuur te Praag werd verboden, in 1914 door het Landestheater aldaar toch opgevoerd, liederen (4 bundels). Bezorgde de uitgave van Palestrina's Hooglied, Handels Treurzang met Duitschen tekst, Mozarts Requiem (zonder de toevoegingen van Süszmayer) en symphonieën uit de Mannheimer school. Gaf ook eenige zijner lezingen in druk.

< >